Best practices die de partners van het T2K-project met u willen delen om te laten zien hoe ze de uitdaging zijn aangegaan, wat ze hebben gerealiseerd en welke successen ze hebben geboekt.
1. Klimaatkwesties
De vervoersectorgerelateerde emissies zijn reeds in heel wat studies geraamd.
De gemiddelde nationale en lokale cijfers voor energiecombinatie kunnen vrij aanzienlijk afwijken ten opzichte van elkaar.
2. Energiekwesties
De energiekosten van TfGM waren in 2011/2012 €2,5 miljoen hoger dan in 2006/2007
In 2012 spendeerde de MIVB jaarlijks €21 miljoen aan elektriciteit en €13 miljoen aan brandstof (inclusief ondersteuning van wagenparken).
2.2. Energieprijzen
Dit project was gericht op de vervanging van bestaande elektriciteitsmeters door slimme meters (AMR: Automatic Meter Reading), die elk half uur het geactualiseerde energieverbruik weergeven.
1. Verzamelen en analyseren
Via haar programma ‘Grenelle de l’environnement’ dat belangrijke maatregelen heeft vastgelegd om kwesties over duurzame ontwikkeling aan te pakken, besloot de Franse overheid dat de overheidsgebouwen die de meeste energie verbruiken in 2010 onderworpen moesten worden aan een energieaudit.
De MIVB beschikt over slimme meters voor het beheer van het HS-elektriciteitsnet (11kV) in de onderstations. Zij zorgen voor een dagelijkse opvolging van het globaal energieverbruik zowel door tractie-energie als in de gebouwen.
RATP plaatste een nieuwe koelinstallatie in haar hoofdkantoor. Deze was bestemd voor de koeling van de serverlokalen en de voorverwarming van het gebouw in de winter met warmterecuperatie van de koelinstallatie.
2. CO2-reductiestrategie en actieplan
De MIVB legde in februari 2014 de laatste hand aan haar “CO2- & Energiestrategie” met voorspellingen tot 2030. Voor dit project kon de MIVB rekenen op de steun van consultantsbureau Climact dat is gespecialiseerd in energie & klimaatverandering.
Transport for Greater Manchester (TfGM) verminderde zijn eigen CO2-emissies met 19% tussen 2007/2008 en 2012/2013.
1. Energie-efficiëntie in gebouwen en infrastructuur
Omdat de energiekosten relatief laag waren in de jaren ‘80 werd de verlichting in de Brusselse metrostations ‘s nachts niet uitgeschakeld.
De warmte afgegeven door ticketautomaten, omroepinstallaties en veiligheidssystemen verhoogt de temperatuur in de technische ruimtes aanzienlijk.
Om energie te besparen en de onderhoudskosten te drukken, kan de verlichting van metro- en lightrailstations tijdens de sluitingsuren worden uitgeschakeld.
De MIVB is de handmatige deuren van zijn werkplaatsen geleidelijk aan het vervangen door automatische deuren.
Het RATP-metronet beschikt over een derde rail met bovencontact voor de levering van energie aan de metro’s. Deze situatie leidt tot een hoog energieverbruik, omdat de derde rail in de winter verwarmd moet worden om sneeuw- en ijsophoping te vermijden.
MoBiel heeft verschillende tramlijnen met ondergrondse stations en bovengrondse stops. In de winter worden wissels verwarmd zodat ze niet bevriezen.
Om de computerserverruimtes van het RATP-hoofdkantoor in Parijs te koelen, gebruikte de RATP vroeger ijswater van een extern bedrijf.
Het dak van het hoofdkantoor van de RATP werd oorspronkelijk geïsoleerd in 1995. Na een energieaudit ontdekte het bedrijf dat de verwarming en airconditioning verantwoordelijk waren voor 8% van het totale energieverbruik van het gebouw.
TfGM verving de traditionele verlichting in het Hydebusstation door ledverlichting om deze nieuwe technologie uit te testen, alvorens ze ook op andere sites te introduceren.
De RATP heeft een uitgebreid metro- en RER-net (snelmetro). Het bedrijf besloot om ledverlichting te installeren in alle metro- en RER-stations.
De verwarmingsinstallaties in de RET-remises en -werkplaatsen werden gebruikt zonder duidelijke strategie voor energie-efficiëntie.
De RATP heeft zich er voor ingezet het energieverbruik in zijn tertiaire gebouwen met minstens 40% te verminderen. Het hoofdkantoor van de RATP met een oppervlakte van 56.000 m² en 2600 personeelsleden was de locatie met het hoogste energieverbruik.
TfGM verbeterde de verlichtingssturing van het Manchester Shudehill-overstapstation, dat bestaat uit een tramhalte, busstation en parkeerplaats.
MoBiel heeft vier tramlijnen, die allemaal via een tunnel door het stadscentrum lopen en uitgerust zijn met ondergrondse stations.
De MIVB installeerde een warmtekrachtkoppelingsunit voor de productie van warmte en elektriciteit in de Brusselse Delta bus- en metroremise. De remise heeft een oppervlakte van 70.000 m².
2. Energie-efficiëntie in voertuigen
De MIVB implementeerde een eco-drivingprogramma voor zijn busvloot.
Het MIVB eco-driving-project bestond in het beperken van de maximale toegestane snelheid van metrovoertuigen tot 60 km/u in plaats van 72 km/u en 50 km/u in plaats van 60 km/u wanneer de eco-driving-signalisatie actief is.
MoBiel organiseerde een opleiding van één dag voor zijn 300 buschauffeurs.
De RET onderzocht het aantal reizigers om te beoordelen of de metrolengte tijdens bepaalde momenten van de week verminderd kon worden.
TfGM heeft talrijke stappen ondernomen om het energieverbruik en de CO -emissie van zijn vloot van ongeveer 150 technische voertuigen te verminderen.
MoBiel wilde investeren in een terugwinningssysteem voor remenergie om het energieverbruik van zijn lightrailnet te verminderen.
De MIVB bestudeert al sinds 2004 terugwinningstechnologieën voor remenergie.
De RET vond de terugwinning van remenergie een geweldige mogelijkheid om de energie die het metrosysteem gebruikt, terug te dringen.
De RATP heeft een uitgebreid regionaal spoornet (RER) met drie soorten regionale treinen. De temperatuur was oorspronkelijk ingesteld op 18°C tijdens de winter in alle voertuigen.
3. Energieproductie-systemen
MoBiel heeft een ‘groen station’ gebouwd aan de eindhalte van tramlijn 2, in de buurt van de tramremise.
Samen met de Manchester Metropolitan University heeft TfGM een haalbaarheidsstudie uitgevoerd naar het gebruik van brandstofcellen in het openbaar vervoer.
De RET installeerde een thermische zonne-installatie op het dak van haar nieuwe tramremise Beverwaard om warm water voor douches te produceren.
Tijdens de ontwerpfase van de nieuwe Beverwaardtramremise onderzocht de RET de implementatie van een systeem van energiepalen en warmtepompen om energie uit de grond terug te winnen.
De RATP installeerde een warmtepomp in het recent gebouwde metrostation Front Populaire, na de uitbreiding van metrolijn 12.
Ten behoeve van de energiebehoefte van het nieuwe Rochdale-overstapstation, ontwikkelde TfGM het Hydro Electric Power-schema (HEP)
Volgens de haalbaarheidsstudies was Horwich Parkway een goede locatie voor de installatie van een windturbine.
4. Ecodesign
De RET heeft een pilotproject uitgevoerd in de dienstruimte van metrostation Stadhuis, een ruimte waar metropersoneel kan werken, vergaderingen kan organiseren, kan rusten of lunchen.
De MIVB heeft samen met Brussel Mobiliteit een referentiedocument opgesteld voor het in aanmerking nemen van milieuoverwegingen tijdens het volledige bouw- of renovatieproces voor ondergrondse stations.
1. Bewust maken van het personeel
De MIVB heeft energie-uitdagingen georganiseerd in verschillende remises en werkplaatsen, om het energieverbruik van de werknemers te verbeteren.
Van 30 januari 2012 tot 5 februari 2012 werd door alle partners van Ticket to Kyoto een gezamenlijke Energieweek georganiseerd. Deze had als doel het bewustzijn over energieverbruik te vergroten en gedragsveranderingen bij het personeel aan te moedigen.
Het vervoer van het personeel vertegenwoordigde in 2011 9% van de CO2-balans van de RATP (51.500 ton CO2-eq.).
Sinds 2005 organiseren alle remises en werkplaatsen van de MIVB het vervoer van hun werknemers via een taxibedrijf.
3. Betrokkenheid van de burgermaatschappij
RATP heeft een CO2-calculator ontwikkeld die directbeschikbaar is op de startpagina van de website vanhet bedrijf.
Kinderen en hun ouders ervaren het openbaar vervoer steeds minder als een betrouwbaar vervoermiddel om naar te school te gaan.
In Frankrijk is het rapporteren van de CO2 -emissie sinds december 2012 verplicht voor privébedrijven met meer dan 500 personeelsleden.