3.3. Zonne-energie

Zonnestralen zijn een oneindige bron van warmte en licht. De bekendste technologieën op basis van zonne-energie zijn thermische systemen voor het verwarmen van water voor huishoudelijk gebruik en fotovoltaïsche zonnepanelen voor het produceren van elektriciteit. Fotovoltaïsche of thermische systemen moeten geplaatst worden op locaties waar de zonnestralen deze zo efficiënt mogelijk kunnen bereiken.

Thermische systemen

Fig. 42 – Principe thermische zonne-installatie



 

Thermische systemen zetten zonlicht om in warmte. Zonne-energie wordt doorgegeven aan een vloeistof, die de warmte naar de warmtewisselaar brengt via pompen met een minimaal warmteverlies. Dan geeft de wisselaar de warmte door aan het reservoir met warm water voor huishoudelijk gebruik. In de zomer verwarmt de boiler het water tot een comfortabele temperatuur. Thermische zonne-installaties zijn gebaseerd op bewezen technologieën en kunnen op eenvoudige en kostenefficiënte wijze geïnstalleerd worden. In vergelijking met fotovoltaïsche systemen zijn thermische zonne-installaties goedkoper en ze hebben bovendien een lager energieverbruik.

Fotovoltaïsche systemen

Fotovoltaïsche systemen zetten zonlicht om in elektriciteit. Fotovoltaïsche technologie is gebaseerd op siliconencellen op waterbasis. Zonne-energie wordt omgevormd tot gelijkstroom (DC). Indien nodig kan het fotovoltaïsche systeem aangesloten worden op het elektriciteitsnet om elektriciteit te exporteren (op het net aangesloten systeem). Het belangrijkste voordeel van een fotovoltaïsch systeem is dat het energie produceert op basis van duurzame bronnen, zonder CO2-emissie en lawaai.

Er is geen intens zonlicht nodig voor een correcte werking van het systeem. Een kleine hoeveelheid zonlicht volstaat om energie te produceren. Dit systeem vraagt relatief weinig onderhoud en heeft een levensduur van 15 tot 30 jaar. De belangrijkste nadelen zijn de investering en de behoefte aan een groot onbeschaduwd oppervlak.