2.1. Eco-driving

Eco-driving en spoorvoertuigen

Bij het ontwerp van oudere spoorvoertuigen is niet altijd rekening gehouden met het nodige energieverbruik voor het bereiken van hun topsnelheid. Bij een korte afstand tussen twee stations, zal een voertuig net voor het remmen tot zijn topsnelheid accelereren. Dat is verspilling en volkomen inefficiënt. Er moeten simulaties gedaan worden om het verbruik van spoorvoertuigen bij verschillende snelheden te onderzoeken, net als de mogelijke vertragingen op het net die eco-driving met zich kan meebrengen. Als de vertragingen acceptabel zijn, kan de stuursoftware van het net aangepast worden om bepaalde delen van het net in eco-drivingmodus te schakelen. Bestuurders moeten opgeleid worden en er moet signalisatie aangebracht worden om de bestuurders op de hoogte te brengen van nieuwe snelheidslimieten.

Eco-driving en bussen/technische voertuigen

Bij onaangepast rijgedrag verbruiken bestuurders meer brandstof dan nodig, wat tot hogere energiekosten voor het bedrijf leidt. Eco-driving betekent slimmer en zuiniger rijden. Hiertoe zijn ingrijpende gedragsveranderingen nodig die alleen verkregen kunnen worden door mensen op te leiden en hun bewustzijn over de voordelen van duurzaam rijden te vergroten. Gedragsaanpassing volstaat echter niet, het gebruik van een weergave-indicator wordt warm aanbevolen. Deze geeft de bestuurders in ‘real-time’ informatie over hun rijgedrag en helpt hen bij het verbeteren van hun rijstijl. Het bedrijf kan ook de rijstijl van de bestuurders opvolgen, net als het brandstofverbruik van elk voertuig. Het telematicasysteem kan gemakkelijk verwijderd worden en op een ander voertuig geïnstalleerd worden wanneer de vloot vervangen wordt.

De volgende stappen moeten gevolgd worden bij het implementeren van een eco-drivingsysteem voor buschauffeurs:

  • Leid een lesgever op binnen het bedrijf of huur een professionele lesgever in
  • Stel een opleidingsplan voor de bestuurders op (theorie en praktijkoefeningen)
  • Installeer specifieke meetuitrustingen op bepaalde voertuigen voor opleidingsdoeleinden
  • Bespreek het eco-drivingprogramma en de doelstellingen
  • Peil naar de ervaring van de bestuurder na de opleiding
  • Motiveer bestuurders op lange termijn en geef feedback over de algemene brandstofbesparing
  • Evalueer de kosten en voordelen van het uitrusten van alle bussen met een eco-driving weergave-indicator.