Sculpturen in Corten-staal en gepatineerd brons (1976)
Het kunstwerk van Félix Roulin in station Thieffry is een toonbeeld van het werk van deze kunstenaar in de jaren zeventig: de zuilen, die als het ware vanuit de bodem worden gestuwd, breken de vloer open, knakken en scheuren op hun beurt en in de breukvlakken en holtes, tussen de donkere, ruwe, vervormde materie verschijnen lichaamsfragmenten: rug, dijen, voeten,… die heel realistisch zijn weergegeven. Het Corten-staal en geoxydeerd brons waaruit dit kunstwerk is vervaardigd, zijn nochtans niet de door Roulin meest aangewende materialen. De kunstenaar heeft vooral een werk willen maken dat kan worden aangeraakt en waar de reiziger rond kan lopen of er desnoods zelfs op kan gaan zitten. De pijpen die uit de grond komen vormen een verwijzing naar de geïndustrialiseerde wereld en wekken de indruk dat ze eindeloos doorlopen onder de grond.
Lijst met links
FÉLIX ROULIN (Dinant, 1931)
Roulins debuut als jonge beeldhouwer wordt gekenmerkt door de niet-figuratie die op dat ogenblik in volle bloei waren. Later kregen niet-figuratieve beelden, opgebouwd op basis van balk- en kubusvormen en geconfronteerd met de architectuur, geleidelijk meer plaats in zijn werk. Deze creaties lijken wel het toneel van de nooit aflatende strijd van de moderne maatschappij: de krachtmeting tussen levensontplooiing en verdrukking, vrijheidsdrang en dwang, vitaliteit en organisatie, zoals in massa’s opgesloten lichamen die zich eruit pogen te bevrijden. De periode van het neorealisme, hyperrealisme en fotorealisme beïnvloedden zijn werk in deze latere fase. Vanaf de jaren zeventig breken zijn balken en zuilen open en zijn er door deze scheuren menselijke lichaamsdelen te zien, zoals handen, benen, borsten, hoofden en gezichten. Deze lichaamsdelen worden gekenmerkt door een opvallend realisme.
FOTO