Kunstwerk
Dit bas-reliëf wordt gedragen door twee cirkelmotieven op de zijmuren van de perrons en lijkt wel een triomfboog (vanwaar de titel “Isjtar”, de godin die haar naam geeft aan een van de poorten van Babylon onder het bestuur van Nabuchodonosor). Hier ligt de tegenstelling in de open cirkels-vierkanten en de gesloten cirkelsvierkanten in twee tonen. De vijf elementen op het timpaan en de twee panelen op de zijwanden vormen een synthese van Gilbert Decocks beeldende taal. De ontwikkeling van de vijfdelige fries heeft Decock als volgt omschreven: “Het vierkant komt vanuit de diepte links achter de open cirkels vandaan, het komt beeld per beeld naar voren, tot het rechts een gesloten hoofdmotief wordt. Dit progressief op de voorgrond treden, biedt de continuïteit van een beeldverhaal. Toch wordt deze regelmaat (doelbewust) onderbroken door de sterk benadrukte open ruit.”
Lijst met links
GILBERT DECOCK (1928 – 2007)
Gilbert Decock behoort tot de kunstenaars die geboren zijn tussen de twee wereldoorlogen en gedurende de jaren ‘50 en ‘60 de constructivistische stroming met geometrische grondslag bezielden. De zoektocht naar een steeds grotere soberheid van de gebruikte middelen leidde tot het zwart-witte, het donkerbruine en tot de vierkante en cirkelvormige vormen die hij gebruikt om praktisch onuitputtelijke varianten te ontdekken. Zijn cirkel-vierkanttegenstelling is vergelijkbaar met de tegenstellingen mannelijkvrouwelijk, dag-nacht of yin-yang. Zoals vele andere artiesten van zijn generatie was Gilbert Decock van mening dat de vermindering van kleur en vormen tot een grotere zeggingskracht kan leiden dan de barokke overdaad. Maar die vereenvoudiging wordt pas méér als deze het resultaat is van een proces, dat wordt geleid door grote kleurensensibiliteit en een sterk ontwikkeld gevoel voor vorm en verhouding.
Foto's