Volg de gids
De MIVB (Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel) is de grootste openbare vervoersmaatschappij in Brussel. Onze metro's, trams en bussen brengen je iedere dag naar elk uithoekje van de stad.
In tegenstelling tot in vele andere steden vormen de trams, bussen en metro's van de MIVB één netwerk. Met jouw vervoerbewijs kan je dan ook in elk voertuig terecht.
Lijst met links
Gids voor de reiziger
Welke lijnen worden wanneer bediend? Hoe herken ik een halte? Waar en wanneer moet ik mijn vervoerbewijs valideren? Wat zijn overstappen?
Hieronder vind je een antwoord op al jouw vragen die je helpen tijdens jouw verplaatsing in Brussel.
Dag-, avond- en nachtlijnen
De meeste MIVB-lijnen rijden 7 dagen op 7, van 5 uur 's morgens tot middernacht. Maar andere worden ‘s avonds of in het weekend niet ingelegd, of rijden dan weer enkel op die momenten. Zo zijn er ook lijnen die enkel tussen middernacht en 3 uur ‘s ochtends rijden (zie Noctis). Meer informatie over onze lijnen vind je op ons netplan of in de dienstregelingen. Kom ook meer te weten over de andere vervoersmaatschappijen die Brussel bedienen.
Een halte vinden
Het MIVB-net telt meer dan 2200 haltes. En die kan je herkennen aan de paal en het bord met daarop de lijn en de bestemming. Aan elke halte hangt de dienstregeling van de lijnen die er stoppen. Voor jouw gemak zijn sommige haltes ook nog eens voorzien van een compleet netplan, een bord dat de wachttijd in realtime weergeeft of een wijkplan. Geen zin om achter jouw bus aan te lopen? Zorg dan dat je 2 of 3 minuten voor de aangekondigde aankomsttijd aan de halte aanwezig bent.
Houd jouw geld of vervoerbewijs klaar
Om tijd te winnen aan de haltes houd je het best uw vervoerbewijs binnen handbereik. Informatie over de dichtstbijzijnde verkooppunten vind je linksonderaan op de dienstregeling aan de halte.
Valideren is verplicht!
Reis je met de tram, bus of metro? Dan moet je altijd je vervoerbewijs valideren, want da's verplicht. Scan jouw kaartje dus elke keer als je een voertuig of station binnenstapt, ook wanneer je overstapt. De vervoerbewijzen voor 1 dag en Brupass en Brupass XL moeten eveneens bij elke opstap of in elk station ontwaard worden. En houd je vervoerbewijs goed bij, want vaak heb je 't nog nodig om het station te verlaten. Doe je dat niet, dan ben je in overtreding.
Waarom moet je valideren?
- Omdat we de frequentie kunnen verhogen als we het aantal reizigers kennen
Moeten er meer metro's ingezet worden tijdens de spits? Moet er een extra bus rijden op een bepaalde lijn? Als je valideert, kennen we het aantal reizigers. En daardoor weten we of ons aanbod voldoet aan de noden van de reizigers*.
- Omdat het een kwestie van solidariteit en billijkheid is.
Da's gewoon rechtvaardigheid. Waarom zouden de eerlijke reizigers moeten opdraaien voor de kosten van de zwartrijders? Elk jaar verliest de MIVB tientallen miljoenen euro's door fraudeurs. Met dat geld zouden we heel wat andere dingen kunnen doen: de capaciteit, het comfort en de veiligheid verhogen, bijvoorbeeld.
- Omdat niet valideren je duur komt te staan.
- € 107,00 als je je MOBIB-kaart geladen met een ander dan een maandelijks, driemaandelijks of jaarlijks abonnement, niet hebt gevalideerd bij aanvang van de rit
€ 214,00 voor een 2de inbreuk of meer binnen de 24 maanden na de datum van de vorige inbreuk
€ 408,00 als je een vervalst vervoerbewijs gebruikt en/of je gebruikt van een vervoerbewijs/ de MOBIB-kaart van iemand anders
€ 10,00 als je je MOBIB-kaart met een geldig abonnementscontract vergeet of niet valideert; te betalen binnen de tien werkdagen
€ 107,00 als je bovenstaande boete niet betaalt binnen de 10 werkdagen
€ 10,00 als je bij een overstap een ander vervoerbewijs dan een abonnementscontract, niet valideert; te betalen binnen de 10 werkdagen
€ 107,00 als je bovenstaande toeslag niet betaalt binnen de 10 werkdagen
*De MIVB respecteert de voorwaarden die zijn opgelegd door de Privacycommissie. In geen geval worden persoonlijke profielen gemaakt of persoonlijke trajecten geanalyseerd."
Besluit Brusselse Hoofdstedelijke Regering (PDF 3 Mb)
Wil je opstappen? Steek jouw hand op
In tegenstelling tot de metro, die in elk station halt houdt, stoppen trams en bussen alleen op aanvraag. Laat de chauffeur dan ook op tijd weten dat je wil opstappen!
Om veiligheidsredenen mogen onze chauffeurs je uiteraard enkel laten op- of afstappen aan een halte. Maar je hoeft je helemaal geen zorgen te maken, er zijn er genoeg. De afstand tussen twee tram- of bushaltes bedraagt gemiddeld 400 meter.
Open zelf de deuren
Op de meeste voertuigen kan je zelf de deuren openen, via de handvatten op de deur (metro), de groene knop of de groene strip in het midden van de deur. Op een tram of bus druk je op de blauwe knop om de chauffeur te laten weten dat je wil afstappen aan de volgende halte. Er gaat dan een lampje branden boven de deuren. Aan de halte gaan de deuren automatisch open. Hoewel het sluiten van de deuren gebeurt door temporisatie controleert de chauffeur of iedereen vlot in- en uitgestapt is vooraleer hij vertrekt. Let op met de rode knoppen, want die geven een alarmsignaal en elk misbruik is strafbaar.
Stap vooraan op en achteraan af op onze bussen
Vooraan op het voertuig, soms ook opzij en achteraan, staan het lijnnummer en de bestemming. Loop naar achteren door, zodat andere passagiers kunnen opstappen. Afstappen gebeurt via de achterdeur(en). Ga niet voor de deuren staan als je niet afstapt aan de volgende halte. Zo kunnen andere passagiers gemakkelijk op- en afstappen. Op onze gelede bussen kan je zelf kiezen via welke deur je op- of afstapt. (Meer informatie)
Elkaar respecteren doet Brussel bewegen
Respect, dat is de zaak van iedereen en iedere dag. Een gebaar, een glimlach, een blik, een 'goeiedag', ... Respect maakt het leven in de maatschappij mooier en doet deugd voor iedereen. Het openbaar vervoer maakt deel uit van het dagelijkse leven in de hoofdstad. Breng dus respect op voor het voertuig en voor jouw medereizigers. Wees hoffelijk en bied jouw zitplaats aan de andersvaliden, de senioren, aan zwangere vrouwen en personen die kinderen dragen. Geef deze personen ook voorrang om in het voertuig te stappen.
Overstappen: waar, wanneer en hoe?
De vervoerbewijzen per eenheid (1 rit, 10 ritten, heen-en-terug,...) geven je de mogelijkheid tot overstappen, dat wil zeggen van een voertuig op een ander overstappen. Je kuan gedurende 60 minuten na de ontwaarding van jouw vervoerbewijs overstappen. Na 60 minuten wordt een nieuwe ontwaarding als een nieuwe rit beschouwd.
En dat tussen alle voertuigen van de MIVB, De Lijn, TEC of de NMBS (meer informatie vindt u op het netplan). Het is echter belangrijk te weten dat je bij elke overstap jouw vervoerbewijs moet ontwaarden.
Jouw MOBIB-kaart is geldig op het hele MIVB-net en ook op het net van andere mobiliteitsoperatoren. Meer informatie op www.mobib.be.
De BRUPASS-abonnementen geven je ook de mogelijkheid om op de Brusselse stadsnetten van De Lijn, TEC en de NMBS te reizen.
Voor het overstappen met MOBIB, hou je gewoon jouw kaart voor de ontwaarder. Jouw overstap en die van de personen die met je meereizen worden in een keer gevalideerd. Raadpleeg onze MOBIB FAQ.
Leidraad voor de reiziger-fietser
Voorwaarden
Reizigers-fietsers mogen hun fiets meenemen enkel aan boord van metrovoertuigen en trams met verlaagde vloer (type T2000, T3000 en T4000), dus met uitsluiting van trams met verhoogde vloer (type 7700 en 7900) en bussen, alle dagen van het jaar, tijdens de exploitatie-uren behalve tijdens weekdagen (van maandag tot vrijdag) van 7 tot 9 uur en van 16 tot 18.30 uur, en voor zover de belasting van het voertuig dit toelaat zonder hinder op te leveren voor de andere reizigers.
Uitzonderingen
Vouwfietsen, voor zover die volledig opgeplooid zijn, alsmede kinderfietsen zijn wel toegelaten aan boord van metrovoertuigen, trams en bussen gezien ze als pakketten worden beschouwd.
Tandems, fietsen met een hulpmotor (behalve fietsen met een elektrische trapassistentie) en fietsen met een aanhangwagen zijn uitgesloten van dit reglement en zijn strikt verboden in de installaties, metrostellen, trams en bussen.
Minderjarige fietsers die in de stations rijden of het net gebruiken dienen dit te doen onder de verantwoordelijkheid van hun ouders of wettelijke voogden. Bovendien moeten minderjarigen jonger dan 14 jaar vergezeld zijn van een persoon van minstens 18 jaar oud.
Er wordt uitdrukkelijk op gewezen dat reizigers-fietsers nooit voorrang hebben op de andere reizigers en dat hier hoffelijkheid aan de orde is. Het is in alle gevallen de bestuurder, het stationspersoneel of het toezichts- en controlepersoneel dat beslist of de fiets al dan niet toegang krijgt tot het voertuig (meer bepaald in geval van een overmatige belasting, want de fiets kan dan ongemak veroorzaken voor andere passagiers).
Vervoerbewijs
Om met je fiets in de metro-installaties te mogen circuleren, toegang te hebben tot de rijstellen of de tram te nemen moet je als reiziger-fietser in het bezit zijn van een geldig vervoerbewijs zodra je de betalende zone betreedt. Jouw fiets wordt gratis vervoerd.
Veiligheidsrichtlijnen
Het is ten strengste verboden te rijden in de installaties van de metro. Als je als reiziger-fietser de roltrappen wil gebruiken, moeten je de algemene veiligheidsrichtlijnen naleven met betrekking tot het gebruik van deze toestellen en weergegeven door de signalisatiepictogrammen erop of in de buurt ervan. Een reiziger die een roltrap neemt moet in het bijzonder de volgende instructies naleven:
- Je mag in geen geval op je fiets zitten, maar moet deze naast je houden;
- Je moet zo gaan staan dat jij en jouw fiets stabiel staan, bij voorkeur met één hand op de leuning van de roltrap en de andere op de fiets, waarvan de wielen moeten rusten op de treden;
- het is verboden om de fiets te dragen; je moet zo gaan staan dat de fiets verwijderd is van de verticale wanden (met name de plinten, waar zich de gevoelige apparatuur bevindt) en je moet oppassen voor de positie van de pedalen ten opzichte van deze wanden en plinten;
- Je dient er, als verantwoordelijke gebruiker, voor te zorgen dat er voldoende vrije ruimte is - zonder andere aanwezige gebruiker - zowel vóór jou als achter andere gebruikers.
De liften in bepaalde metrostations zijn toegankelijk voor fietsen indien zij voldoende groot zijn; ze zijn voorzien van een blauw fietssymbool. Je moet in alle gevallen andere reizigers laten passeren en hun beweging niet belemmeren. Je mag uitsluitend instappen in metrostellen en trams met verlaagde vloer door de deuren die gemarkeerd zijn met een fietssymbool. Het maximum aantal fietsen dat gelijktijdig aanwezig kan zijn op de platformen waartoe deze deuren toegang geven is vermeld naast het symbool. Aan boord van het voertuig moet je jouw fiets steeds stevig vasthouden (fietstandaard opgeklapt). Indien er fietssymbolen aanwezig zijn in het voertuig, dan geven zij de plaats aan waar de reiziger-fietser en diens fiets moeten staan. Je moet er in het bijzonder voor zorgen dat hij, voor de bestuurder van het metrostel, de eventuele opening van de verbindingsdeur tussen de ruimte voor de reizigers en de bestuurdersstoel niet belemmert. In een tram dient de reiziger-fietser zijn fiets te plaatsen langs de deur tegenover de deur waarlangs hij is ingestapt. Indien de configuratie van een halte dit vereist, dan dient hij echter snel deze deur vrij te maken om de reizigers de mogelijkheid te geven in of uit de tram te stappen; indien nodig, dient hij met zijn fiets uit te stappen zo lang dit nodig is voor de beweging van de reizigers. Bij evacuatie van een metrostel of een tram tussen twee stations, moet de reiziger-fietser er zijn fiets achterlaten. Na het incident kan hij deze ophalen op het perron van het dichtstbijzijnde station of bij de verloren voorwerpen van de MIVB.
Aansprakelijkheid
De reiziger met de fiets en/of de persoon die burgerlijk aansprakelijk is voor de minderjarige verbindt zich ertoe in te gaan op alle rechtsmiddelen die een andere reiziger of de MIVB zou kunnen uitoefenen door lichamelijke of materiële schade die veroorzaakt werd door de aanwezigheid van de fiets. Verder doet de reiziger-fietser afstand van ieder verhaal tegenover de MIVB, haar personeel en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (behalve in geval van fraude of grove schuld) voor enigerlei ongevallen die zich, wegens het gebruik van de fiets, kunnen voordoen in de door de MIVB beheerde installaties en voertuigen.
Mogelijkheden voor de mindervaliden
De toegankelijkheid van het busnetwerk voor personen in een rolstoel wordt bepaald door twee factoren. Het gebruik van aangepaste voertuigen en het toegankelijkheidsniveau van iedere halte. Niet alle lijnen zijn bruikbaar voor rolstoelgebruikers.
De gebruiker bepaalt zelf het toegankelijkheidsniveau dat beantwoordt aan zijn behoeften. De MIVB evalueert de mate van toegankelijkheid van de haltes bij haar klanten en bij haar personeel en deelt hen dit mee.
De kaarten van de toegankelijke haltes zijn beschikbaar op de website, in de rijtuigen en aan de haltes. Bestuurders / conducteurs mogen de in-/uitstapmechanismen van hun voertuig niet gebruiken bij een halte die ontoegankelijk geacht wordt. De classificatiemethode van de haltes is op aanvraag beschikbaar.
Raadpleeg hier het aanbod voor personen met beperkte mobiliteit
Pakketten en grote voorwerpen
Grote pakketten
Grote pakketten zijn toegestaan op onze voertuigen, zolang ze de medereizigers niet hinderen. Het is opnieuw een kwestie van gezond verstand. Het spreekt voor zich dat onze voertuigen niet geschikt zijn voor het vervoer van lekkende kettingzagen of voor ladders van 3 m...
Vouwfietsen, voor zover die volledig zijn opgeplooid, mogen altijd mee.
Kinderwagens
Uiteraard mag je een kinderwagen meenemen op onze voertuigen. Om wat klaarheid te scheppen en wederzijds respect aan te moedigen:
- kinderwagens mogen gratis mee. De gebruiker van een plooibare kinderwagen wordt gevraagd deze spontaan op te plooien in geval van grote drukte uit respect voor jouw medereizigers. Indien er voldoende plaats is, hoeven ze niet geplooid te worden.
Wanneer je reist met een kinderwagen, moet je de middengang vrijhouden voor andere reizigers. Sommige voertuigen zijn speciaal uitgerust voor kinderwagens.
Voor kinderwagens met een maximale breedte van 55 cm raden we je aan via de linkerkant van de voorste deuren op onze oudere trams (met de treden) op te stappen (of de rechterkant als je op het middenperron staat).
Dieren
De volgende honden reizen gratis:
- kleine honden die op de schoot kunnen, zonder dat ze andere reizigers last bezorgen,
- assistentiehonden,
- politiehonden.
Voor andere honden is een vervoerbewijs vereist. Alle honden moeten aan de leiband gehouden worden en honden die een potentieel gevaar vormen voor andere reizigers moeten een muilkorf dragen, met uitzondering van assistentiehonden.
Verboden!
Op het netwerk, in de stations en de voertuigen, is het verboden:
- de infrastructuur, de installaties of het rollend materieel te beschadigen of oneigenlijk te bedienen;
- vrijwillig het rollend materieel te hinderen of te doen vertragen, in of uit de voertuigen te stappen tijdens en na het geluidsignaal dat het sluiten van de deuren aankondigt;
- op de sporen seinen of elk ander voorwerp te plaatsen, onder andere materialen of afval;
- de seinen aan te raken, na te bootsen of de zichtbaarheid ervan te belemmeren;
- elektrische leidingen en installaties aan te raken;
- over buiten de rijbaan aangelegde sporen oversteekplaatsen aan te leggen naar aangrenzende onroerende goederen, tenzij deze inrichting in geen enkel opzicht het verkeer der spoorvoertuigen hindert;
- zich in een voertuig of een gecontroleerde zone te bevinden zoals vastgesteld in het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 december 2007 tot vaststelling van sommige exploitatievoorwaarden van het openbaar vervoer in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zonder in het bezit te zijn van een geldig vervoerbewijs;
- zich zonder toelating te bevinden in de dienstlokalen en daar waar dit door een aangebracht bericht verboden is;
- muziek te spelen of te laten spelen zonder toelating van de MIVB;
- te bedelen, te leuren of zonder toelating van de mivbelke andere activiteit te ontplooien;
- te roken;
- de noodbediening van de deuren te gebruiken zonder dat het voertuig stilstaat en een noodsituatie dit vereist;
- oneigenlijk gebruik te maken van het alarmsein;
- een voorwerp te plaatsen waardoor de vrije doorgang kan belemmerd worden;
- onnodig de stilstandinrichting van de roltrappen of liften te activeren;
- elk voorwerp te werpen of achter te laten dat van aard is:
- a) te kwetsen of te doen schrikken
- b) te bevuilen
- te spuwen of zich te ontlasten;
- in het bezit te zijn of gebruik te maken van gevaarlijke voorwerpen of colli die, wegens hun omvang, aard of reuk, anderen kunnen:
- a) kwetsen of aan gevaar blootstellen;
- b) bevuilen, hinderen of ongemak berokkenen;
- de orde te verstoren of de aanwezigen te hinderen of te storen door:
- a) klaarblijkelijke staat van intoxicatie;
- b) klaarblijkelijke staat van onzindelijkheid;
- c) ongewenste fysieke contacten;
- d) beledigende, onzedelijke of bedreigende uitlatingen of handelingen;
- e) gebruik van voortbewegingstoestellen met uitzondering van deze gebruikt door personen met beperkte mobiliteit;
- f) hinderen bij op- of afstappen;
- g) zich op te houden aan in- of uitgangen van de infrastructuur of aan de roltrappen;
- h) het nuttigen van voedsel;
- de infrastructuur en installaties of het rollend materieel te bevuilen;
- zich over de veiligheidsafsluitingen of -markeringen van de perrons te buigen of te begeven, de voertuigen te beklimmen of zich er aan vast te klampen.
Synthese van vervoersregels
De gebruiker dient zich op elk moment en zonder compensatie te schikken naar enigerlei (tarief- of andere wijziging) van zijn vervoerbewijs in gebruik alsook naar iedere wijziging in het aanbod van de MIVB of meer algemeen in de toegangs- en gebruiksvoorwaarden van de openbare vervoerdienst, ingevolge een beslissing van de bevoegde overheid of het bevoegde orgaan met inachtneming van de geldende regelgeving. De gebruiker dient zijn vervoerbewijs vóór iedere rit te ontwaarden. In de bovengrondse stations moet het vervoerbewijs bij iedere in- of overstap in een bus of tram ontwaard worden. In de ondergrondse metro- en premetrostations moet de gebruiker zijn vervoerbewijs ontwaarden aan de automatische poortjes. De gebruiker moet zijn vervoerbewijs voorleggen op ieder verzoek van het controlepersoneel van de MIVB dat optreedt in de uitoefening van zijn functie. Wanneer hij in het bezit is van een vervoerbewijs op naam, dan moet hij zijn identiteit bewijzen aan ieder lid van het controlepersoneel van de MIVB dat optreedt in de uitoefening van zijn functie en daarom verzoekt.