Kunstwerk
In dit kunstwerk van meer dan dertien meter breed draagt elk element bij tot die typische Delvaux-sfeer van herinnering en melancholie: de gezellige rijtuigen, de openluchtwagen, de figuren in hun ouderwetse kleding, de koude en strakke architectuur van de loodsen, het naïef weergegeven heuvellandschap, het schemerlicht van de rustig en langzaam uitstervende zomerdag en de zachte dromerige blauwtinten, tere groenschakeringen en verfijnd blauwgrijs. Hij roept in dit kunstwerk het thema op van de oude Brusselse trams, die hij kent uit zijn jeugd, en van zijn nostalgie naar vroeger. “Nos vieux tramways bruxellois” lijkt een grootschalige uitwerking van zijn werk “De tram uit onze jeugd”, dat hij in 1955 met olieverf op hardboard schilderde. Daarmee gaf hij uiting aan de weemoed om het verlies van wat eenmaal was en nooit terugkeert.
Lijst met links
PAUL DELVAUX (1897 – 1992)
Deze wereldberoemde schilder domineert samen met Ensor en Magritte de schilderkunst in België. Paul Delvaux voelt zich al snel aangetrokken tot het surrealisme, waartoe hij een belangrijke bijdrage levert. Hij
ontwikkelt een heel persoonlijke poëtische mythologie, waarin het vrouwelijke een centrale rol speelt. In zijn kunstwerken vinden we de liefde van de kunstenaar voor de Italiaanse meesters uit het Quattrocento terug. Hij was sterk geïnteresseerd in de wereld van het spoor en schilderde dan ook talrijke stations.
Delvaux ging een confrontatie van de verkeersmiddelen met het eeuwig vrouwelijke, van de droom die het station opwekt met de cultus van de erotiek, niet uit de weg. Treinen en stations wekken het verlangen
op naar het andere, prikkelen de verbeelding, suggereren de reis naar het onbekende. Het ging hem niet om de technische aspecten van het verkeer, hoewel hij zeer nauwgezet getrouw miniatuurmodellen van treinen en trams naschilderde. In Louvain-La-Neuve werd hij zelfs tot erestationschef benoemd.